Er resten nog maar twee maanden tot de jaarwisseling. Voor 2024 start, zijn er misschien nog wat zaken die je moet regelen of wilt overwegen. Een daarvan is extra aflossen op je hypotheek. Dat is bijvoorbeeld interessant wanneer je over aanzienlijke spaartegoeden beschikt. Van welke belastingvoordelen is er dan sprake?
Heb je het afgelopen jaar (of jaren) een flink bedrag kunnen sparen, dan is je vermogen misschien zo hoog dat je in box 3 belasting moet betalen. Vermogensbelasting is voor veel Nederlanders weinig populair: het voelt misschien oneerlijk belasting te betalen over geld dat je met hard werken hebt verdiend, zeker als je er al inkomstenbelasting over hebt betaald.
Niet iedereen betaalt belasting over zijn vermogen, er geldt een vrijstelling. Hierover schrijft de Belastingdienst: “de grondslag sparen en beleggen is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrij vermogen.” Voor 2023 is het heffingsvrij vermogen € 57.000 per persoon. Fiscaal partners hebben dus een box 3-vrijstelling van € 114.000. Onder vermogen valt overigens meer dan alleen spaargeld en wat er op een beleggingsrekening staat. Ook beleggingen in onroerend goed vallen daaronder, zoals een vakantiehuis of woning die je verhuurt. De verschillende vermogenscomponenten worden sinds 2022 apart belast — zie kader onderaan.
De grote vraag is: (hoe) kun je vermogensbelasting ontwijken? Als je een woning bezit, heb je de mogelijkheid extra af te lossen op je hypotheek. Dit betekent dat je een deel van je hypotheek vervroegd afbetaalt. Mogelijk zorgt dat voor een win-win situatie. Behalve een belastingvoordeel kan ook een direct kostenvoordeel zijn: een verlaging van je hypotheekrente. Bij leningen zonder NHG kom je voor zo'n ‘topafslag’ in aanmerking wanneer je (extra) aflost op de lening én wanneer je huis in waarde steeg sinds je de lening afsloot. Je geldverstrekker bepaalt namelijk de risicoklasse van je hypotheek op basis van de verhouding resterend leenbedrag / marktwaarde.
Wil je extra aflossen, besluit dan op tijd, maar niet lichtvaardig. Overleg hierover met je adviseur. Misschien zijn er alternatieven. En het geld waarmee je vroegtijdig aflost, is niet zomaar weer beschikbaar. Het is dus verstandig dat je een aanzienlijke buffer behoudt voor onvoorziene uitgaven. Bespreek dat, en oriënteer je eventueel alvast met Nibud buffer-berekenaar ⎆.
Ook voor mensen zonder enorm vermogen kan extra aflossen verstandig zijn. Met name met het oog op een financieel onbezorgd pensioen. Vóór 2013 konden hypotheken nog volledig aflossingsvrij worden afgesloten. Daarbij is er een maximale renteaftrek en zijn de maandlasten wat lager. Het betekent natuurlijk ook dat je aan het einde van de looptijd de volledige schuld moet terugbetalen — of de hypotheek moet voorzetten of oversluiten.
Het voortzetten van een hypotheek is echter niet vanzelfsprekend: de bank gaat opnieuw rekenen met je pensioeninkomsten, andere schulden of verplichtingen én de dan geldende hypotheekrente. Hoe hoog die is, moet je afwachten. Wel zeker is dat de rente sinds 2001 maar maximaal 30 jaar aftrekbaar is. En dat scheelt veel: bij een jaarlijkse hypotheekrente van € 10.000 betaal je bij 37% aftrek netto nog € 6.300. De stap van netto naar bruto is echter groter: 58,7% om precies te zijn (37/63 *100%). En in dit voorbeeld ruim € 300 per maand. Bij een lager pensioeninkomen valt dat misschien flink tegen. De komende jaren alsnog aflossen op je hypotheek is in dat opzicht misschien verstandig.
Na een uitspraak van de Hoge Raad eind 2021 besloot het Kabinet om toe te werken naar vermogensheffing over het werkelijke rendement. Doel is daarmee in 2026 te kunnen beginnen. Tot die tijd rekent de Belastingdienst met een fictief rendement dat de werkelijkheid beter benadert dan de door de rechter afgekeurde methode. Dit is gunstig voor mensen met spaargeld boven de vrijstelling.
Met hoeveel rendement of kosten je over spaargeld en schulden over belastingjaar 2023 moet rekenen wordt pas begin 2024 bekend. De Belastingdienst baseert deze op de gemiddelde spaar- en hypotheekrente van dat jaar. Bij de aangifte 2022 gold voor spaargeld 0,01% en voor schulden 2,46%. De rentes zijn in 2023 wel opgelopen. Voor overige bezittingen wordt uitgegaan van een langjarig gemiddelde. Dat is in 2023 vastgesteld op 6,17%.
Bron: Nationale Hypotheekbond