Via afkopen partneralimentatie de woning verwerven

Een scheiding is extra ingewikkeld als de echtelijke woning sterk in waarde is gestegen. Wie daarin — bijvoorbeeld met de kinderen — wil blijven wonen, moet de ander uitkopen. Dat gaat al snel over een fors bedrag. Lastig is verder dat alimentatie-inkomsten vaak niet meetellen voor het overnemen van de hypotheek. Soms biedt het afkopen van de alimentatieplicht in ruil voor het afzien van de overwaarde uitkomst. 

Vanaf 2020 is het recht op partneralimentatie beperkt tot de helft van de periode waarin je getrouwd was, of geregistreerd partners. Daarbij geldt een maximum van vijf jaar, uitzonderingen daargelaten (zie onderaan). Voor het aanvragen, of overnemen van een hypotheek is dat lastig. Bij het bepalen van je leencapaciteit moeten geldverstrekkers namelijk uitgaan van een inkomensstroom van minimaal tien jaar. Tegelijkertijd is de kans groot dat de woning de laatste jaren flink meer waard werd. Het verschil tussen deze marktprijs en de resterende hypotheekschuld is de overwaarde. De vertrekkende partij heeft recht op de helft daarvan, evenals op het saldo van de andere bezittingen en eventuele schulden, tenzij dat via voorwaarden anders is bepaald.

Afkopen partneralimentatie
Het afkopen van partneralimentatie is niets anders dan direct één groot bedrag uit het vermogen ontvangen in plaats van een periodieke uitkering. Dit biedt beide ex-partners meer ruimte bij het aanvragen van een volgende hypotheek. In een klassieke situatie daalt de inkomenspositie van de man als die enkele jaren alimentatie moet betalen, terwijl die inkomsten voor de vrouw niet meetellen, althans niet voor de bank. Een bedrag ineens kan dan praktischer zijn. Valt dit toe aan wie in de woning blijft, dan kan die er de ander (deels) mee uitkopen. Die ander is dan niet langer hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheek. 

Dit soort afspraken wordt vaak in onderling overleg bereikt, met een mediator of in het bijzijn van beider advocaten. Verstandig is daar ook een financieel expert bij te betrekken, die goed bekend is met alle fiscale aspecten. Voor deze constructie moet wel sprake zijn van een alimentatieplicht. Ook moet degene die de hypotheek overneemt volgens de leennorm voldoende inkomen hebben om de woonlasten te kunnen voldoen.

Vaststellen van het bedrag
De hoogte van partneralimentatie wordt altijd eerst netto berekend en daarna gebruteerd. Dat is om fiscale redenen:

  • Wie alimentatieplichtig is mag het betaalde bedrag verrekenen via de persoonsgebonden aftrek
  • Ontvangen alimentatie beschouwt de fiscus als 'periodieke uitkering en verstrekking', waarover inkomstenbelasting verschuldigd is

Ook zullen partijen rekening houden met de kans op omstandigheden waaronder de verplichting in de toekomst zou wijzigen of vervallen. Bijvoorbeeld omdat het inkomen van een van beiden verandert, wanneer de rechthebbende gaat samenwonen, of als er iemand overlijdt. Wat men als eenmalig bedrag overeenkomt is dus veelal lager dan het maximaal aantal maanden maal het bedrag bij aanvang.

Recht op overwaarde gebruiken voor de afkoop
Niet zelden is er onvoldoende vrij vermogen om de overeengekomen netto alimentatie-afkoop van te betalen. Als degene die vertrekt alimentatieplichtig is, kan die afzien van (een deel) van de overwaarde waar hij recht op heeft. Dat wordt dan voor wie achterblijft beschouwd als (te) ontvangen alimentatie. Een vermogensuitruil dus, die bovendien fiscaal voordelig kan worden geregeld. Het alimentatiebedrag mag worden gebruteerd als uitkoop van de overwaarde. Ook kunnen partners in het jaar van de scheiding nog gezamenlijk aangifte doen voor maximaal belastingvoordeel en dat nader verdelen.

Alternatief kan men op fiscale gronden kiezen voor een verrekening van de overwaarde over bijvoorbeeld drie jaar. De vordering die zo ontstaat kan worden vastgelegd via een onderlinge  hypothecaire lening. Dat leidt tot nog wat hogere bruto afkoop, terwijl de betaalde rente aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting. In beide gevallen gaat er feitelijk geen (of minder) geld heen en weer. Doel is dat de uitruil beide partijen meer financiële armslag oplevert.

Leg de fiscale gevolgen vast
Laat bij het opmaken van een echtscheidingsconvenant de fiscale consequenties vastleggen, inclusief de onderliggende berekeningen (!). Eén aspect daarvan betreft de mediationkosten zelf. Normaal gesproken zijn deze niet aftrekbaar. Alleen de gespecificeerde kosten voor het berekenen en vaststellen van de partneralimentatie of de afkoop daarvan kunnen, onder voorwaarden, door de alimentatiegerechtigde worden verrekend met de inkomstenbelasting.

In harmonie scheiden kan lonen
Scheiden is geen feest, maar met een goede mediator blijft de communicatie open. Deze staat tússen de partijen, die zelf de regie op de uitkomst houden. Een ervaren fiscalist kan daarbij zorgen dat beide ex-partners maximaal profiteren van de belastingmogelijkheden. Met goede wil en heldere afspraken kan de woning dan hopelijk toch voor een van de partijen — en eventuele thuiswonende kinderen — behouden blijven.

Wanneer is er langer recht op partneralimentatie?
Wie voor 2020 scheidde heeft recht op twaalf jaar partneralimentatie als er sprake is van kinderen of wanneer men langer dan vijf jaar getrouwd was. In de andere gevallen is dat net zo lang als het huwelijk of partnerschap duurde. Wie wie vanaf 2020 uit elkaar ging zijn er drie uitzonderingen op de regel van maximaal vijf jaar of de helft van de periode van de verbintenis:

  • Samen kinderen | Hebben jullie samen kinderen dan stopt de partneralimentatie pas als het jongste kind twaalf jaar wordt.
  • Minimaal 15 jaar getrouwd | Waren jullie minimaal vijftien jaar getrouwd of geregistreerd partner en krijgt degene die de alimentatie ontvangt binnen tien jaar AOW? Dan heeft deze tot dat moment recht op alimentatie. Is het moment van AOW verder weg, maar ben je vóór 1970 geboren en minstens vijftien jaar samen, dan is de alimentatieduur tien jaar.

Bron: de Nationale Hypotheekbond

Hoewel aan de samenstelling van dit nieuwsbericht uiterste zorg is besteed, sluiten de samenstellers iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van deze informatie