Hoe langer je bij elkaar bent, hoe groter de kans op financiële horden als je wilt scheiden. Bij de verdeling van de overwaarde van de woning blijkt gedwongen verkoop vaker onvermijdelijk. En dan? Woningen zijn schaars, duur. En na je 57e kom je niet zomaar meer aan een hoge hypotheek. Zeker niet als je ex-partner recht heeft op een flinke hap uit je pensioen.
Mensen die besluiten tot een scheiding zijn gemiddeld bijna 10 jaar ouder dan in 1980: voor mannen is dat nu 47,5 jaar, voor vrouwen 44,3 (CBS, 2019). In het Corona-jaar 2020 werden relatief weinig huwelijken ontbonden, bijna 29.000. Zo'n 15% daarvan liep al binnen vijf jaar stuk. Anderzijds was 30% van de stellen meer dan 20 jaar getrouwd—10% zelfs meer dan 30 jaar.
Veel vermogen in de stenen
Over een langere huwelijksperiode kun je flink wat vermogen opbouwen. Ook als je geen hoog banksaldo hebt, of een flinke beleggingsportefeuille kun je 'steenrijk' zijn. Door het aflossing van de hypotheek bouw je immers vermogen op in de woning. Bovendien is die woning vaak flink in waarde gestegen. Sinds 2015 nam de gemiddelde waarde met twee derde toe. Ten opzichte van 2000 is een woning ongeveer het dubbele waard en vergeleken met 1995 zelfs vier keer zoveel. Zelfs bij een 100% aflossingsvrije hypotheek ontstaat dan een flinke overwaarde: het verschil tussen de taxatiewaarde en de resterende hypotheekschuld.
Gedwongen verkoop woning
Bij een gemeenschap van goederen moet die overwaarde gelijkelijk worden verdeeld. De ex-partner die in de woning blijft moet de ander daarbij voor 50 procent uitkopen. Dat blijkt bij onvoldoende vrije middelen steeds lastiger. Soms met als noodzakelijk gevolg dat beiden de woning moeten verlaten en met de helft aan contanten op zoek moeten naar ander onderdak. Zuur.
Ook bij een geregistreerd partnerschap moeten het opgebouwde vermogen én de pensioenaanspraken per einde-relatie evenredig worden verdeeld—tenzij anders in de partnerschapsvoorwaarden bepaald. Terwijl er steeds minder wordt getrouwd, kiest steeds meer stellen voor deze samenlevingsvorm. Vorig jaar was dat 24.136 keer. Het aantal huwelijken kende, mede door de coronabeperkingen, met 50.233 een dip.
Pensioenrechten partner
Ook wat je tijdens je huwelijk of partnerschap aan persoonlijk pensioen hebt opgebouwd, komt bij een scheiding voor de helft toe aan de ander. Hadden jullie een vergelijkbaar salaris dan kan dat meevallen—eventueel kun je dan over en weer afzien van je rechten. Bij een scheve opbouw keert de pensioeninstantie uiteindelijk de helft uit aan de ex-partner. Plus alles wat er tot het moment van de scheiding aan partnerpensioen is opgebouwd. En andersom natuurlijk. Dat kan niet alleen tegenvallen aan het einde van je werkzame leven. Ook ruim daarvoor kan die pensioenverdeling je parten spelen.
Beperking bij nieuwe hypotheek
Indien je binnen 10 jaar vóór je aow-leeftijd een hypotheek aanvraagt, moeten geldverstrekkers rekening houden met je pensioeninkomen. Een scherpe daling van je inkomen tegen die tijd beperkt dus je maximale leencapaciteit nu. Bij een scheiding op latere leeftijd kan dit een probleem vormen. Niet alleen voor de vertrekkende partner, ook voor wie extra moet lenen om in het huis te kunnen blijven wonen.
In het algemeen geldt: ga vóór je 57e na of een wijziging van je hypotheek voordelig is en hoe het zit met de betaalbaarheid op lange termijn.
Win tijdig advies in
Uit elkaar gaan is zelden plezierig. Roep zo nodig de hulp in van een mediator. Om te kijken hoe het financieel verder moet doe je er goed aan advies in te winnen bij een specialist op dit gebied. Ook als er weer een nieuwe relatie ontstaat. Dan weet je waar je op kunt rekenen.
Bron: Nationale Hypotheekbond